dinsdag 25 februari 2020

Oeganda, hoe kan da???


Afrika... Buiten Marokko zijn we er de afgelopen jaren niet meer geweest. Kenia hebben we in 2004 bezocht, Zuid-Afrika in 2008 en Madagascar in 2011. Het werd dus nog eens tijd zeker. We hebben Oeganda als bestemming uitgezocht omdat we beiden erg graag de berggorilla's wilden zien. Helaas gaat het al jaren niet erg goed met de gorilla en worden deze bijzondere dieren met uitsterven bedreigd. Redenen voor het uitsterven zijn houtkap, grondstofwinning, ziektes en oorlogen. Wel zijn er de afgelopen jaren verschillende projecten in het leven geroepen om gorilla's beter te beschermen. Mede door deze projecten zijn speciale gorillatrektochten mogelijk geworden. Zo groeit het besef bij de toerist en ook de locals hoe bijzonder deze mensapen zijn. Er zijn in Afrika verschillende leefgebieden voor gorilla's. Het gebied van Congo-Kinshasa, zuidwest Oeganda en Rwanda is misschien wel de bekendste. Congo leek ons niet echt het moment, gorilla's zien in Rwanda is extreem duur dus werd het Oeganda.
We hebben eerst 5 nachten verbleven in ViaVia in Entebbe. Het verblijf wordt uitgebaat door een Belgisch koppel Lobke en Dieter en we vonden het er onmiddellijk erg leuk. Het domein heeft een heel mooie tuin met enkele vijvers. De apen en de vogels (oa 3 verschillende ijsvogels, neushoornvogels en zelfs de great blue turaco) vliegen je er om de oren en het eten is ook erg lekker. Een aanrader!











Op zaterdag was er de wekelijkse markt in Entebbe. Dit was de ideale kennismaking met de Oegandezen. Ze waren er erg vriendelijk, sommigen kwamen een praatje maken of riepen 'Welcome in Uganda' naar ons. Ook vonden de meesten het niet erg dat ik hen fotografeerde. Wat ons ook opviel was dat er erg veel verschillende soorten groenten en fruit te verkrijgen waren, meer als de voorbije maanden in de Filipijnen.




















Er lopen, vliegen en staan ook heel wat grote ooievaars, met name de Afrikaanse maraboe. Zelfs op de plaatselijke stortplaats, de vuile versie dan.



Bij het opzoeken wat er nog zoal te zien is in Oeganda kom je vrij snel uit bij de schoenbekooievaar. De naam van de schoenbekooievaar is misschien wel net zo bijzonder als het uiterlijk van deze vreemde vogel. Met zijn brede bek en grote afmetingen lijkt hij zo uit de prehistorie te zijn gelopen. Dat hij niet zo heel bekend is, is niet zo gek: hij leeft grotendeels solitair in de natte gebieden en moerassen van noordelijk Oost-Afrika. Deze trage vogel staat het grootste gedeelte van de dag doodstil te jagen. Met zijn grote bek kan hij makkelijk vissen, amfibieƫn en kleine zoogdieren vangen en knipt hij zijn prooi in stukken.
Wij zijn hem gaan zoeken in het moeras van Mabamba. 2u hebben we hem gezocht met een klein bootje door de smalle waterwegen. Onze gids stond vooraan op de rand van de boot op uitkijk. Gelukkig is het er heel mooi met heel veel papyrusriet en veel andere vogels.





Na bijna 2 uren rond te varen in het moeras begon onze gids het ook bijna op te geven. Hij had al vaak gebeld naar de andere gidsen die ook aan het zoeken waren maar niemand had de schoenbek gevonden. Bij een laatste poging kreeg onze gids hem toch plots in het vizier. We konden met ons bootje er vrij kort bijgeraken maar de vogel bewoog geen vin. Eenmaal heeft hij zijn kop met snavel eens naar ons gedraaid en op het einde vloog hij een stukje verder weg. Waw, wat een vogel! We waren dan ook erg blij dat we hem zo kortbij en een heel tijdje hebben kunnen aanschouwen.






Onze 2e stop was gepland bij Lake Mburo. De weg ernaartoe was al zeker de moeite. Het leven op en langs de straat in Oegande is erg kleurrijk en 'interessant'. Al rijdend is het moeilijk om er foto's van te nemen maar we hebben onze ogen uitgekeken. Aan de Equator hebben we geluncht, samen met een bus toeristen uit Eritrea.


Om in het NP van Lake Mburo te geraken dien je een 15tal km over een zandwegje te rijden en passeer je verschillende dorpen, waaronder zelfs een gevangenis! Groot was dan ook onze verbazing dat we plots mensen met felle gele pakjes op het veld zagen werken, omringd door gewapende bewakers. Het beeld kwam zo uit een film en deed ons zelfs denken aan slavenarbeid. Helaas konden we hier geen foto van nemen (ook niet geprobeerd) maar dit beeld gaan we altijd blijven onthouden. Ook de dorpjes zelf lieten een grote indruk achter op ons want hoe meer afgelegen de mensen wonen, des te groter de armoede.
We logeerden er net buiten het nationaal park bij de Hyena Hill Lodge, een eco-resort, al dan niet gewild. Bij onvoldoende regenwater dient men water te laten leveren en electriciteit is er enkel een beetje aan de toog van het restaurant. Daar kan je dan je smartphone of camera opladen, in je verblijf krijg je 's avonds 2 lichtjes mee die overdag worden opgeladen door de zon. We hadden op ons terras wel een mooi zicht op het park en met je verrekijker kon je zelfs zebra's zien grazen.



Vlakbij de huisjes waren oa ook vaak apen te spotten, met penis en scherpe tanden erbij! We moesten dan ook altijd onze deur goed op slot te doen.


De volgende dag was het tijd voor het echte werk. Dit park staat vooral bekend voor zijn grote aantallen van reeachtigen, zebra's, wrattenzwijnen, vogels en giraffen. Er zijn geen olifanten of leeuwen, zodat veel toeristen dit park wegens tijdsgebrek overslaan. We hebben dan ook maar 2 andere auto's gezien. Nog maar net in het park liepen de zebra's ons al voor de voeten. Oversteken was er dan ook geen probleem.






















Naar de giraffen is het soms iets harder zoeken. Ze zijn niet in zo'n grote getalen aanwezig en uiteraard staan ze ook niet steeds naast de 'hoofdweg' te grazen. Bij het eerste binnenwegje hadden we al snel prijs. We waren er alleen en te voet kan je de prachtbeesten vrij kort benaderen.









Deze aapjes vonden de spiegels op de brommer wel heel spannend.



In deze omgeving zie je ook vaak koeien met wel erg grote hoorns, de Ankole koeien. Traditioneel worden ze als heilig beschouwd. Ze voorzien de plaatselijke bevolking van melk en slechts in zeldzame gevallen van vlees. Immers, hoe meer koeien iemand heeft, hoe hoger zijn aanzien. De koeien met de langste hoorns behoren traditioneel toe aan de koning. Daarom wordt het ook wel 'vee van de koning' genoemd.





Vervoerd worden ze met de staart omhoog, wie weet, misschien op weg naar de koning!


Het verkeer is trouwens ook erg avontuurlijk in Oeganda. De hoofdwegen zijn meestal wel in orde maar je dient steeds op te letten voor verkeersheuvels in allerlei vormen, die vaak niet aangegeven zijn. Het is nochtans te verstaan dat ze er zijn want er is niet veel verkeer maar die er rijden, rijden als zot. We hebben onderweg dan ook enkele ongevallen gezien. Bij 1 ongeval lag een dodelijk slachtoffer nog half op de weg. Erg schockerend. Op hun fiets of brommer wordt er ook zoveel mogelijk meegenomen. Soms hangt de fiets zo vol met bananen of ananassen dat ze er alleen nog naast kunnen wandelen. Zo zagen we ook eens 3 brommertjes achter elkaar met elk een zetel achterop; een 3, 2 en 1-zit. Of een bed op 2 fietsen naast elkaar... Het is onmogelijk om van dat alles een foto te nemen maar hier enkele andere voorbeelden. De bananen leven niet meer maar de kippen en het varken wel!







De volgende stop was het stadje Kabale. In het stadje zelf was niet zo heel veel te zien maar het is een goed uitvalspunt om als tussenstop naar het Bwindi NP en dicht bij het meer Bunyonyi. Tijdens ons verblijf heeft het echter veel geregend zodat onze uitstap naar het meer een beetje in het water is gevallen...



Op weg naar het meer passeerden we ook 'steenkappers'. Grote rotsen worden uit de helling gekapt en met een hamertje dienen ze tot kiezels worden gekapt. Jong (lees kleine kinderen) en oud werken hier, erg dramatisch om te zien. Te dramatisch om er van dichtbij foto's van te nemen, te hoog ramptoerisme gehalte, maar op grote afstand, als ze het niet zien, heb ik er toch een paar genomen.


En dan was het moment aangebroken om eindelijk richting de gorilla's te gaan. De 'permits' hadden we al een half jaar geleden geboekt dus het werd hoog tijd. Je kan bij het reserveren van de permits niet echt kiezen voor welke locatie je de permits krijgt. Voor ons werd het Rushaga. In deze buurt hebben we een betaalbaar verblijf gevonden want de prijzen van de lodges zijn er heel hoog. De weg ernaartoe was er alvast erg mooi, een berglandschap waarbij de hellingen bewerkt zijn met terrassen vol met groenten en fruit.



Deze 'brug' dienden we ook te passeren. Hij hing echter half in het water. Maar Afrika zou Afrika niet zijn als er daar geen helpende handen staan om je erdoor te loodsen, uiteraard tegen een vergoeding. Ik denk dat ze die brug nooit gaan maken, handig zo'n extra centje.


We hadden ook een extra koffer mee vol met kleren van Stef, mijn moeder en mezelf. Als we onderweg iemand langs de weg zagen lopen die eruitzag alsof die wat extra kleren kon gebruiken gaven we hen een exemplaar. Keer op keer waren ze erg blij en sommigen wilden zelfs poseren voor de camera.



















Op de dag van de gorillatrekking dien je je voor 8u aan te melden. 2 mannen aan een tafel proberen de registratie in goede banen te leiden.


Je kan dan ook opgeven als je niet helemaal fit bent, dan proberen ze je in te delen in een groep met andere sukkelaars die niet zo heel ver kunnen stappen en je kan dan een gorillagroep bezoeken die zich niet zo diep in het oerwoed bevindt. We hadden namelijk veel verhalen gehoord dat men soms 8u moesten stappen door het regenwoud met soms erg steile hellingen. Wij hoeven ons niet meer te bewijzen dus ik heb vermeld dat ik last had van een kwetsuur aan mijn kuit. Een klein leugentje om bestwil noemen ze dat dan. En het werkte, want bij de groepsindeling konden we aan de leeftijd of postuur van onze medewandelaars zijn dat zij niet zo fit waren.
Voor het vertrek kregen we eerst nog een afrikaanse danssessie voorgeschoteld.


Daarna dienden we eerst een stuk met de auto te rijden om aan ons vertrekpunt te geraken. Opgewonden en toch ook een beetje zenuwachtig werd de tocht door het regenwoud ingezet. Wij (de toeristen) hadden allemaal, zoals ons aangeraden was, stevige wandelschoenen aan. De begeleiders allemaal rubberlaarzen. Dat laatste was zo stom nog niet want al snel zaten onze schoenen volledig onder de modder. Ook moesten we regelmatig riviertjes oversteken zodat het moeilijker en moeilijker werd om onze schoenen droog te houden. We hadden voor ons 2 ook 1 drager ingehuurd want je moest oa voldoende water en een lunchpakket meesleuren. En door een drager te nemen steun je ook de lokale bevolking dus een reden te meer.



Ondanks dat we in het minder mobiele groepje zaten heeft het toch 2 uren geduurd vooraleer we de eerste gorilla in het oog kregen. Ze waren zich aan het verplaatsen in de bomen en kwamen stilletjes aan naar beneden. Onze rugzakken met eten en drinken moesten we achterlaten en vanaf dan mag je 1 uur bij de gorillagroep blijven, op een paar meter afstand. Eerst lag er een gorilla languit op een struik. Het is een hele uitdaging om ze mooi op de foto te krijgen want ze maken er precies een sport van om 'slecht' te poseren.





Na nog een stukje door te lopen zagen we de zilverrug, die toch wel de meest impressionante van de groep is. Door mijn grote opwinding zijn al mijn eerste foto's erg wazig en toen ging hij zich verplaatsen naar een rustiger plakje tussen het struikgewas. Het is precies of ze het ervoor doen om het die rare wezens extra moeilijk te maken. Stef had er ook een filmpje van gemaakt maar dat is nog steeds niet zijn grootste talent.




Na een tijdje lag de zilverrug lekker te genieten van het vrouwtje en een kleinere versie die zijn vacht aan het doorzoeken waren op luizen. De kleinste zat veilig achter de brede rug van de baas en liet niet vaak zijn hoofdje zien.





 

 








Op het einde kwamen we er dan nog twee tegen die elkaar ook aan het vlooien waren.




 




  

Net toen het uur om was en we op het punt stonden om de terugtocht in te zetten begonnen het te gieten. Na 2u door de modder en rivieren te ploeteren waren we dan ook zeik maar zeiknat, tot op ons onderbroek. Maar was het dat allemaal waard? Ja, toch wel. Als ik heel eerlijk moet zijn vond ik het jammer dat de gorilla's niet actiever waren maar we hebben ze zeker van dichtbij gezien, in verschillende formaten en eentje heeft zelf even op zijn borst zitten kloppen. Onze schoenen hebben er wel 3 dagen over moeten doen om terug droog te geraken, dus als ik je 1 raad kan meegeven: zeker rubberlaarzen overwegen!

We logeerden er in het dorpje Rubuguri. Op zondag hing er een leuke sfeer, met veel mensen in hun 'beste' kleren. De fanfare had zijn oefenuurtje en het net werd opgehangen voor een partijtje volleybal.



 


Het logement was basic. De electriciteit viel erg vaak uit in het dorp (lees: werkte soms dagen niet). Gelukkig hadden ze wel een generator maar die werd maar enkele uurtjes opgezet. Als je wilde douchen moest je het tijdig zeggen want dan moesten ze een vuurtje stoken onder de waterton. Maar het personeel was supervriendelijk en dat maakt veel goed. We hebben ze bij ons vertrek dan ook bedankt met elk een mooie polo, waar ze erg bij mee waren.


's Avonds werd de open haard aangemaakt want de eerste avonden was het vrij koud en nat. Het personeel kwam dan bij ons in de zetel zitten om wat te babbelen. Op 1 avond was er ook een afscheidsfeestje van een plaatselijke ambtenaar die een hoge piet was bij het Bwindi NP. Met hem hadden we een discussie over de prijzen voor toeristen in Oeganda. Overal rekenen ze goed door en het merendeel van de logementen zijn erg duur. Hij vond dat dit terecht was aangezien Afrika volgens hem exclusief is, blablabla. Als ik hem dan vertelde dat we bijna overal alleen waren en dat er veel meer toeristen zouden komen als de prijzen wat democratischer zouden zijn wilde hij er niet van weten. Een andere hoge piet trad hem bij en deed er nog een schepje bovenop met zijn mening dat Europa veel meer geld zou moeten schenken aan Afrika. Ik had bijna gezegd dat dat geld dat toch maar in hun zakken zou verdwijnen maar ik heb me nog net op tijd kunnen inhouden.


Onze buurman was een houtbewerker en was zijne 'winkel' (vooral gorilla's) al eens komen laten zien bij het haardvuur. We hadden hem beloofd dat als we de gorilla's zouden zien we bij hem een houten exemplaar zouden kopen. We waren de volgende dag dan ook erg welkom in zijn werkplaats en tijdens ons bezoek heeft hij een nieuw exemplaar speciaal voor ons gemaakt en konden we dus volgen hoe hij te werk ging. Ene toffe mens, den Michael, en Stef is een nieuwe hanger rijker aan zijn rugzak!











Niet zo ver van Rubuguri ligt het heel mooie meer Mutanda, met op de achtergrond de vulkanen van het Virunga gebergte in Congo. Alleen al de weg er naartoe was erg mooi en we hebben er met veel plezier onze laatste kleren uitgedeeld, alsook onze lege koffer.




















En dan kwamen we aan op het uitzichtpunt over het meer. Mooi, niet?


Aan de overkant hoorden we plots vele kinderen roepen en zwaaien naar ons. Ik ging even dichter om een foto te nemen, Stef bleef bij de auto zodat de ramen open konden blijven.


Door het enthousiasme van de kinderen ging ik dichter en dichter zodat ik uiteindelijk in een klasje van een school terechtkwam. Ze begonnen spontaan voor me te zingen en ik kreeg echt de tranen in de ogen. De lerares gaf er les met haar baby in haar armen, af en toe moest een leerling haar kindje overnemen. Sommige leerlingen hadden een uniform aan maar de meesten niet. Er waren er heel wat op blote voeten. Het enthousiasme van de kinderen grijpt je daarom extra aan.






Ik ben dan Stef gaan roepen want hij moest dit ook zien. Ondertussen was er het hoofd van de school ook bijgekomen en kregen we beiden een rondleiding door elke klas en mochten we vragen stellen aan de leerlingen. Het bleek dat we in een 'goede' school waren terecht gekomen want ze eindigen vaak op nummer 1 als ze kennistesten doen in de omstreken.






Op het einde van de rondleiding was er een leerling op een drum aan het spelen en een paar waren aan het dansen. Stef sloot na een tijdje bij hen aan en al snel begonnen ze er ook bij te zingen en werd de groep groter en groter, tot alle klassen erbij waren. In het laatste filmpje heeft een leraar mijn camera overgenomen zodat ik ook mee ben gaan dansen. Het was een moment om nooit meer te vergeten.




Ondertussen kwamen de donkere wolken weer tevoorschijn en begon het opnieuw erg hard te regenen. Ons geplande boottochtje op het meer viel dan ook in het water. Tussen de buien door hebben we wel nog even de gele wevers mogen aanschouwen tussen het riet. Deze vogels zijn meesters in het weven van hun nesten. Ze vliegen af en aan met nieuwe takjes om hun kunstwerkje af te maken.


Ishasha was onze volgende bestemming. In vogelvlucht een makkie maar op Afrikaanse wegen allesbehalve. Zeker als je op een bepaald moment de lokale bevolking de weg vraagt maar toch besluit om de mevrouw van Maps.Me te volgen. De weg was geen weg maar meer een padje. Het ging dan ook geen meter voorruit maar terugdraaien was ook geen optie. Wat waren we blij als we weer op de bewoonde wereld waren. Die Afrikaanse massage begint soms toch hard door te wegen.




Ishasha is het zuidelijke gedeelte van het Queen Elizabeth NP en staat vooral bekend om de grote kans om leeuwen in een boom te zien hangen. Leeuwen hebben we in het verleden wel al gezien maar nog nooit in een boom. Dat levert erg fotogenieke plaatsjes op dus trekken we hier graag 2 nachten voor uit. Maar helaas, het loopt niet altijd zoals je wil en er waren in de verste verte geen leeuwen te bespeuren. Dus ook geen 'leeuw in de boom' foto... Uiteraard liep en vloog er wel vanalles anders. We waren het park nog niet binnen of er wilde al een olifant oversteken. We stonden echter in de weg zodat hij kwaad werd. Stef vond het wel amusant maar ik deed bijna in mijn broek!









Deze rivier is de grens met Congo. Ik weet dus ook niet welke nationaliteit deze nijlpaarden hebben maar er zijn er alleszins veel. In de buurt was er een legerpost want veel Congolezen proberen de grens over te steken. Aan een checkpoint merkte er ene op dat er een plaat los hing onder onze auto. Deze brave man heeft dit voor ons vastgemaakt.









 Toch wel een beetje (veel) teleurgesteld zijn we verder noordwaarts gereisd richting Kazinga channel. Dit bevindt zich nog steeds in het Queen Elizabeth NP, dat 1978 km² groot is. De Afrikaanse massage was weer present en we maakten een stop aan het meer bij Kisenyi. We hoopten er een lunch te scoren in het resort dat op ons plan stond aangeduid maar dat bleek al enkele jaren dicht. We zagen er een erg arme bevolking maar gelukkig ook veel vissers, vreedzaam naast een groep nijlpaarden.






We hebben een boottocht gemaakt op het kanaal dat het Meer George verbindt met het Meer Edward. Er is een grote kans om veel wildleven te zien als ze komen drinken aan de oever van het kanaal. Het zit er eveneens vol met nijlpaarden.







 




De olifanten hadden blijkbaar ook dorst want die waren ook in grote getalen en in alle formaten aanwezig. En hoe je het ook draait of keert, een olifant zien blijft leuk.












 





Ons vogelhartje heeft ook vaak harder getikt. Er waren verschillende ijsvogels te spotten, heel wat roofvogels waaronder veel visarenden en zoveel meer... Op het einde van onze boottocht kregen we als bonus nog 2 visarenden naast elkaar (manneke en vrouwke) op een cactusboom.


Hierna hadden we eigenlijk geen behoefte om nog een dag in het NP rond te rijden om meer wild te spotten zodat we een uitstap gedaan hebben naar Katwe waar in een kratermeer nog zout gewonnen wordt op grootmoederswijze. Zoutwinning is er vrouwenwerk. Het weer is van groot belang bij de zoutwinning. Hoe meer regen des te minder zout. Verdamping speelt namelijk een allesoverheersende rol bij de productie. Vroeger was hiermee heel wat te verdienen maar door veel meer concurrentie in de omliggende landen is de prijs erg gedaald. Ze verkopen ook geen tafelzout meer maar enkel zout dat men toevoegd in voer voor runderen. We hebben een vrouw aan het werk gezien. Ze stond tot aan haar dijen in het zoutwater en diende de bodem (een zwarte smurrie) naar boven en uit het water te scheppen. Haar rechterarm zag helemaal wit van het zout en hier kreeg ze dan ook uitslag van. Er waren ook veel kinderen aan het werk, wat nog schrijnender is. Nee, vrolijk word je er niet van.















In deze buurt zijn er vele kratermeren waaronder eentje met waterbuffels, de andere met vele vogels waaronder flamingo's.




Op de terugweg naar Entebbe zijn we nog veel grote theeplantage gepasseerd, wat mooie plaatjes opleverde.



De laatste 3 nachten hebben we opnieuw doorgebracht in ViaVia in Entebe. We hebben zeker genoten van onze reis in Oeganda maar het heeft toch nog maar eens bevestigd dat Afrika nooit een bestemming zal zijn waar we maanden willen rondreizen. Het merendeel van de logies zijn er gewoonweg te duur voor de kwaliteit die je ervoor krijgt, om dan nog niet te spreken van de hoge toegangsprijzen die men telkens aanrekent. En het is niet dat de lokale bevolking er veel aan heeft. Het gaat allemaal in de zakken van de hoge pieten. We zijn ervan verschoten dat zoveel mensen nog steeds ver moeten gaan voor water, electriciteit blijft een luxe en goede wegen zijn zeldzaam. We hebben over de hele wereld al veel armoede gezien maar hier greep het ons toch nog meer aan. Ik denk vooral om het feit dat er geen beterschap in zicht is. Oeganda, kan da???